Valentijn
- Ron Jansen
- 11 feb
- 2 minuten om te lezen
‘Ik heb trouwens vandaag een bos bloemen bij Elise laten bezorgen,’ zegt mijn vrouw terwijl ze de tafel dekt. Het is vrijdag en sinds Alfred, haar ex, haar vorig jaar heeft ingeruild voor een jonger exemplaar eet Elise altijd mee. Vrijdag is haar thuiswerkdag en dan vindt ze het fijn om toch nog onder de mensen te zijn.
‘Ze is toch niet jarig vandaag?’ vraag ik. Mijn vrouw kijkt me wat geërgerd aan.
‘Nee, ze was vorige maand jarig, we zijn er nog samen op visite geweest.’
Ik knik. Ik kan me het vaag herinneren. Verjaardagen en onthouden zijn voor mij twee
onverenigbare grootheden.

‘Het is vandaag Valentijnsdag. En ik dacht, ik zal haar eens een hart onder de riem steken en een bosje bloemen sturen.’
‘Wat lief van je. Je hebt er toch wel een kaartje bij gedaan?’
Ik krijg weer een blik vol onbegrip.
‘Nee, natuurlijk niet. Ze moet denken dat het van een stille aanbidder komt. Ze zit een beetje in de put. Denkt dat ze niet meer aantrekkelijk is en dat niemand haar meer ziet staan. Dit zal haar wel weer wat vertrouwen kunnen geven.’
Ik heb zo mijn twijfels, maar mijn vrouw zal het wel beter weten. Zij kijkt namelijk al die “Vol liefde” programma’s.
‘Oh, daar zul haar hebben,’ zegt mijn vrouw, ‘doe even open.’
‘En hoe was je dag?’
Mijn vrouw kijkt me even snel samenzweerderig aan.
‘Oh gewoon, niks bijzonders.’
Ik zie mijn vrouw denken.
‘Nog iemand langs geweest,’ probeert ze.
‘Nee, niemand. Nou ja, een bloemenbezorger.’
Mijn vrouw veert op. ‘Bloemen? Heb je bloemen gekregen?’
Elise knikt. ‘Ja, mooie bos hoor. Zonder kaartje.’
‘Oh,’ mijn vrouw moet zich zichtbaar inhouden. ‘Toch wel in een mooie vaas gezet? Die blauwe vind ik altijd zo mooi.’
Elises gezicht betrekt een beetje.
‘Nee,’ zegt ze, ‘ik heb die bos meteen in kliko geknikkerd. Hij moet niet denken dat hij ooit nog een kans bij me maakt.’



Opmerkingen