Stemmen
- Ron Jansen
- 18 okt
- 2 minuten om te lezen
‘Meneer, mag ik u iets vragen?’
Het is verkiezingstijd, de stad loopt weer over van flyerende mensen in opvallend gekleurde regenjacks. Ik probeer zo’n gesprek altijd te ontlopen door een strategische route te kiezen. Maar nu ontkom ik er niet aan.

Ik kan ook gewoon nee zeggen, maar ik realiseer me dat deze mensen zich onbaatzuchtig inzetten voor een beter Nederland, ook al is het niet altijd het Nederland wat ik omarm.
‘Ga je gang.’ zeg ik toegeeflijk.
‘Gaat u stemmen?’ vraagt de jongeman.
Natuurlijk ga ik stemmen. Als je niet gaat stemmen heb je ook geen recht om kritiek te hebben is mij van huis uit ingepeperd. En terecht.
Ik knik: ‘Tuurlijk ga ik stemmen!’
‘En weet u al waarop u gaat stemmen of bent u nog zwevende?’
Ik schud mijn hoofd. Nee, ik ben niet zwevend, ik stem al jaren hetzelfde. Niet op een lijsttrekker of een hot item, maar op een ideologie.
‘En mag ik vragen waarop u gaat stemmen?’
‘Dat mag je vragen,’ zeg ik. Als ik daarna een stilte laat vallen en hem glimlachend aankijk, is hij zichtbaar wat in verwarring.
‘Maar best moeilijk, nietwaar?’ probeert hij zich uit deze ongemakkelijke situatie te redden.
‘Dat valt wel mee hoor. Eigenlijk hoef je maar te kiezen uit ik of wij.’
Hij lijkt nog meer in verwarring: ‘Hoe bedoelt u?’
‘Nou simpel,’ antwoord ik, ‘je hebt partijen die voor IK opkomen en partijen die voor WIJ opkomen. En zij die op de laatste stemmen, moeten af en toe slikken dat sommige standpunten misschien niet altijd het eigenbelang dienen.’
Ik zie hem denken. Deze informatie moet even landen.
‘En op wat voor partij gaat u dan stemmen, want dat mocht ik toch vragen?’ Ik zie hem genieten van zijn eigen gevatheid.
‘Laat ik het zo zeggen, ik stem op een partij die opkomt voor mensen die zelf veelal op een andere partij stemmen.’
Oef, het is even stil, dit is blijkbaar helemaal een doordenker.
Ik kijk hem even recht aan: ‘Mag ik jou ook wat vragen?’ Hij knikt.
‘Weet jij al wat je gaat stemmen, of ben je nu zwevende?’ Ik kijk hem even met een schuine blik aan.
‘Succes!’ Ik geef hem een klap op zijn schouder en loop weg. Ik kan de neiging om achterom te kijken maar net onderdrukken.



Opmerkingen